Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Heijden, Gisbertus van der]

HEIJDEN (Gisbertus van der), overl. te Venlo 29 Maart 1701, zoon van Everardus v.d. H., rentmeester der domeinen van den koning van Spanje in de landen van Kessel en Crieekenbeck, en van Catharina Crebbers of Gribbers, was eveneens ontvanger van den koning van Spanje; hij kocht met zijn tweede echtgenoote 30 Oct. 1679 van Willem Duycker, ambtman te Wachtendonck, en Anna Maria Hoch, echtelieden en consorten, een jaarlijksche erfrente van 60 gulden op de stad Venlo, welke zijn nog in leven zijnde kinderen in 1703, ieder voor hun aandeel verkochten aan de echtelieden Johan Vincent en Sandrina Claessens. Hij huwde met Agnes Mechtildis Bex, dochter van Jan Bex, secretaris van den geheimen raad van Luik 1633, en van Catharina Odenhoven, en hertrouwde in 1661 met Gertrudis Rengers. Van zijn kinderen noemen wij: Anna Catharina, huwde te Venlo 16 Juli 1684 Wilhelmus Goris (dl. VII, kol. 489); Henricus Wilhelmus (ged. te Venlo 30 Maart 1669, luite-

[p. 764]

nant in staatschen dienst in het regiment van den vrijheer van Wiser, woonde in 1703 te Wipperfuhrt, huwde in eerste huwelijk Johanna in de Betuw en hertrouwde Catharina Agnes van Bossenhoven); Paulina Wendelina (ged. te Venlo 9 Jan. 1671, aldaar begr. 25 Sept. 1747, huwde met Leonardus de Hoogh, ook genaamd de Hoock of de Ooge, welke in 1696 luitenant in een beiersch regiment was en in 1703 luitenant in dienst van den keurvorst van Saksen); Gerardus (ged. te Venlo 1 April 1674, overl. vóór 1703, vaandrig in dienst der Staten, huwde Johanna Margaretha Elisabeth Caspars de Brandeborgh).

Zie: Jan Verzijl, Genealogie van der Heijden; A.J. Flament, Wapenschilden als obitoria op het Raadhuis te Venlo in Maasgouw (1896), 7; Overdracht van Venlo d.d. 28 Febr. 1643 (in het overdrachts-register 1634-1646) op het Rijksarchief te Maastricht; Transfixen van schepenbrief no. 755 op het stadsarchief te Venlo; Militaire doopregisters van Venlo; W.J.F. Juten, Gegevens over de families van Flemming e.a. in Limburg's Jaarboek (1910), 120-121.

Verzijl