[Heurn, Johan Hendrik van]
HEURN (Johan Hendrik van), zoon van Jan v. H. en Antonia Emilia Wolfsen, geb. in den Bosch 13 Aug. 1716, gest. aldaar in 1779. Hij was schepen en raad der stad en griffier der leen- en tolkamer en hield zich veelvuldig bezig met het onderzoek naar de geschiedenis der stad. Als resultaat daarvan is verschenen: Historie der stad en meyerij van 's Hertogenbosch alsmede van de voornaamstce daden der hertogen van Brabant (Utrecht 1776-1778, 4 dln. 8o), een werk, dat voor de geschiedenis van den Bosch en de Meyerij nog altijd groote waarde heeft. Van Heurn had aan zijn groot werk nog een plaatsbeschrijving willen toevoegen, maar is daarmede niet gereed gekomen; het handschrift daarvan in twee deelen berustte in de negentiende eeuw nog onder zijn rechtverkrijgenden. Dat hij zich nog met andere onderzoekingen bezig hield dan historische, blijkt wel uit zijn werk: Vertoog over het nuttige om heide tot bouw- en weiland te maken in de Meyerij (den Bosch 1776, 8o), dat bewijst, dat en hoe hij de ontginning der heidevelden van de Meyerij ter hand wilde nemen. Van Heurn was gehuwd met Anna Roemer
Zie: de Wind, Bibliotheek der Ned. geschiedschrijvers. Aanhangsel, 21 vlg.; Heraldische Bibliotheek 1872, 337, 1873, 49, 146; Navorscher 1891, 361; Nijhoff, Bibliographie van Ned. plaatsbeschrïjvingen, in voce.
Brugmans