Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Hallincg, Cornelis]

HALLINCG (Cornelis), geboren uit het huwelijk van Cornelis Hallincg Jansz. en Catharina du Freisne (gehuwd 1620, niet te Dordrecht). Hij was licentiaat in de beide rechten en vóór 1651 wereldlijk priester te Dordrecht, waar hij met twee andere priesters, nl. Lud. van Heumen en W. de Munter geannoteerd was. Wegens de roomsche ‘stoutigheden en insolentiën’ besloot de dordtsche regeering de priesters uit de stad te zetten, en 18 Dec. 1652 kreeg Hallincg, die in 1651 pastoor

[p. 673]

der parochie van Maria Minor geworden was, de aanzegging om ‘tegen het zomersaysoen naer Franckrijck te vertrecken’. Of hij gegaan is, weet men niet, maar in 1672 was hij pastoor der parochie van Maria Major, in de plaats van Ludolphus van Heumen, die 9 Febr. 1672 overleden was. Hij moet in 1688 overleden zijn, maar zijn naam komt in de doodenlijsten niet voor.

van Dalen