Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Haeften, Barthold de Cocq van (1)]

HAEFTEN (Barthold de Cocq van) (1), geb. 19 Sept. 1692, overl. te Nijmegen 10 Dec. 1772, zoon van Reinier van Haeften, heer van Ophemert en Zennewijnen, en van Adriana Maria de Cocq van Delwijnen, vrouwe van Delwijnen en Wadenoyen, werd 25 Sept. 1714 geadmitteerd in de Ridderschap von Nijmegen, was dijkgraaf van de Bommelerwaard, ambtmran van Bommel, Tieler- en Bommilerwaarden 1747-66, gecommitteerde ter generaliteit, heer van Wadenoyen (daarmee beleend in 1725), Ophimert, Zennewijnen en Delwijnon (met deze heerlijkheden beleend in 1747). Hij was 19 Sept. 1719 gehuwd met Margriet van Lijnden (geb. in 1699, overl. 20 Juli 1761, begraven te Ophemert), dochter van Dirik Wolter, heer van Hemmen en Blitterswijck (vgl. dl. VII. kol. 806), waarvan o.a.: Jan Walraven (die volgt); Henrietta Margriet (overl. in 1785, huwde in 1750 Karel Lodewijk de Pagniet tot Karmenstein, heer van Yzendoorn, daarmee beleend 1774, en burgemeester van Tiel); Margriet Reiniera (geb. 22 Juli 1726, overl. op de Kemmenade, 8 Sept. 1797, huwde te Zutphen 22 Juli 1764 Evert Ludolf van Heeckeren, heer van Wa-

[p. 657]

liën en de Kemmenade, geb. 22 Juli 1734, overl. te Zutphen 23 Juni 1804, ritmeester bij de gardes, later burgemeester van Doesburg en Zutphen en gedeputeerde van de Graafschap); Reinier (die volgt); Charlotta Jacoba (geb. 10 April 1732, overl. 18 Dec. 1784, begraven te Brummen, huwde te Nijmegen 21 Dec. 1759 Alexander Schimmelpenninck van der Oye, heer van Voorstonden en Watergou, geb. te Ruurlo 2 Aug. 1727, overl. 8 Oct. 1794, kolonel van de infanterie, commandeur van Zutphen, later ambtsjonker van Nijkerk).

Zie: W.J. d'Ablaing van Giessenburg, De Ridderschap van het Kwartier van Nijmegen, 359; M.J. Janssen, Geschiedkundige aanteekeningen over de Heeren van Meerlo (Lb.) in Publ. de la soc. hist. et arch. dans le Limbourg (1912), 255.

Verzijl