Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Graeff, Lambert Klaasz.]

GRAEFF (Lambert Klaasz.), van Amsterdam, kartuizer, overl. te Utrecht 7 Juni 1505. Hij was geprofest monnik van het kartuizerklooster Nieuwlicht buiten Utrecht. Toen de prior Otto van Wolffwinkel (zie art.) 26 Oct. 1504 was gestorven, volgde hij hem op. Slechts enkele maanden heeft hij het convent bestuurd. Hij werd begraven aan de westzijde van het groote claustrum bij den buitenwand. In zijn tijd bloeide in deze chartreuse de kunst van het afschrijven en verluchten van boeken. Ook Lambert van Amsterdam heeft in zijn cel de schrijfkunst beoefend. De utrechtsche Universiteitsbibliotheek bezit een handschrift,

[p. 630]

n.l. no. 236 van den catalogus, dat door hem is vervaardigd en tot de kloosterboekerij van Nieuwlicht heeft behoord. Deze codex, bestaande uit 126 bladen 4^o, bevat de volgende verhandelingen: Joannes de Schoenhovia, Epistola ad nepotem suum Wilh. Vriman (de passione Domini) (fol. 1-27); Henricus de Hassia, Tractatus de proprietariis monachis et monialibus (fol. 28-34); Speculum sive stimulus poenitentiae (fol. 35-46); (Jacobus de Gruytroede s. de Clusa), Speculum sacerdotum (fol. 47-57a); (Ejusdem) Speculum secularium et hujus mundi amatorum (fol. 57b-81a); Dionysius Carthusiensis, Speculum conversionis peccatorum (fol. 82a-103b); Tractatus de arte predicandi (fol. 106-113a); S. Augustinus, Tractatus de ovibus (fol. 114-116b).

Zie: Cartae Capituli generalis ordinis Cartusiensis (ms. Certosa del Galuzzo, Florence); L. van Hasselt, Het Necrologium van het Karthuizerklooster Nieuwlicht of Bloemendaal buiten Utrecht in Bijdr. en Med. Hist. Gen. Utrecht 1886, IX, 156, 276, 356; Catal. codicum mss. Bibl. Un. Rheno- Tr. I (1887), no. 236; K. Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, 157; Archief Gesch. Aartsbisd. Utrecht, 1929, blz. 337-338.

Scholtens