Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 607]
| |
Maria Coninx; hij werd 12 Maart 1745 door Antoon Max. graaf de Pas de Feuquières tot secretaris van Well en Bergen benoemd en 15 d.a.v. beëedigd. Zijn aanstelling geschiedde niet enkel om zijn bekwaamheden, maar ook in aanmerking genomen de diensten door zijn oom Simon Peter Coninx, Raad en Momboir aan het Hof van Justitie te Gelder, den Heer van Well en Bergen bewezen. Gilta, die te Bergen woonde, was ook rentmeester van het H. Bloedsgilde te Boxmeer voor de goederen en cijnsen onder Bergen gelegen. Hij was 19 Jan. 1752 te Blitterswijck door den pastoor van dat dorp, zijn broeder Herman Renier Daniel Gilta (pastoor 1750-80), in het huwelijk verbonden met Maria Ursula Mans (ged. te Venlo 14 April 1724, overl. te Bergen 11 Nov. 1802, begraven in de kerk aldaar, naast haar man voor het O.L. Vrouwealtaar, dochter van Hermanus Mans, tinnegieter en stadsijker der maten en gewichten 1719-1758 en van Hendrina Boesems). Uit hun huwelijk drie kinderen, o.a. Herman Leonard Gilta (ged. te Well 8 Sept. 1756, overl. te Bergen 11 Maart 1839), secretaris der heerlijkheid Well-Bergen 1794-1798 en koster te Bergen, was 1798 agent municipal aldaar en sedert 1800 maire der gemeente; hij bedankte als burgemeester in 1818. Hij was 8 Oct. 1799 te Hommersum gehuwd met Ludovica Maria Francisca Swertz (geb. te Bergen 9 Juni 1774, overl. aldaar 11 April 1827), die hem o.a. een zoon schonk: Antoon Joseph Gilta (geb. te Bergen 14 April 1803), burgemeester van Gennep Nov. 1836-Juni 1849. Zie: M.J. Janssen, Genealogie Gilla (m.s.); Jan Verzijl, Genealogie der Venlosche tinnegietersfamilie Mans (m.s.); Limburg's Jaarboek VIII (1902), 298. Verzijl |
|