vertaald (Jena [1720]). Zie Catalogus van de.... bibliotheek der Ver. Doopsgez. Gemeente te Amst. (Amst. 1919), 102. Uit de gegevens in dit werk leidde men steeds af, dat hij in 1542 geboren was ‘in het pausdom een tijdt van jaren gestudeert had’, doopsgezind is geworden in 1563 en het emder dispuut in 1578 heeft bijgewoond. Ook had men zekere aanwijzingen dat hij vóór 1563 een tijdlang ‘gereformeerd’ zou geweest zijn en 10 Dec. 1581 teruggekeerd tot de gereformeerde kerk. Hoe het zij: Carel van Gendt is niet dezelfde als I.H.V. P. à N., die pas in 1615 het genoemde geschrift samenstelde. K. Vos wijst daarvoor aan een ‘oudste’ onder de mennisten, nl.: Willem Jansen (K. Vos, Menno Simons, Leid. 1914, 129, 257, 306 v.; verg. Doopsgezinde Bijdragen 1911, 61). Ook wat I.H.V.P. à N. beteekent is nog niet uitgemaakt.
Sedert 1582 vinden wij een gereformeerd predikant, Carel van Gent geheeten, ‘gepresenteerd voor Wieringen’ en geëxamineerd te Alkmaar. In 1588 is vóór eenigen tijd een predikant van Wieringen door den vijand ontvoerd en tegen een losprijs vrij gelaten. Tot omstreeks 1591 wordt te Sint Jacoba-Parochie een predikant van dien naam aangetroffen, over wien dl. VI van de Acta van Reitsma en van Veen eenige gegevens verschaft.
Verder moeten wij verwijzen naar de hieronder aangegeven bronnen in de hoop dat anderen die aanvullen en meer licht verschaffen ten aanzien van de nog onopgeloste vragen.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. IV, 455; Catalogus van de bibliotheek der Ver. Doopsgez. Gemeente te Amsterdam (Amst. 1919), 102; Bibliotheca Reformatoria Neertandica VII ('s-Gravenh. 1910), 489-567 (aanvulling en verbetering); Doopsgezinde Bijdragen (1911), 62; K. Vos, Menno Simons (Leid. 1914), 129, 257, 306 v.; J.J. van Doorninck, Bibliotheek van Nederl. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh., Utr. [1870]), kol. 48 v. [no. 456]; dez., Vermomde en naamlooze schrijvers (Leid. 1883) I, 283; T.A. Romein, Naamlijst der predikanten in.... Friesland (Leeuw. 1886), 224; E. Meiners, Oostvrieschlandts Kerkel. Gesch. II (Gron. 1739), 14 v.; Kerkelijk Handboek (1878), 168, (1907) Bijl. 159, (1908) Bijl. 149 [aan te vullen ?], (1911) Bijl. 160; Reitsma en van Veen, Acta I, 89, 99, 147, III, 179 v., VI, 18, 21, 32 v., 35, 39, 44, 51, 55, 57, 64; S. Blaupot ten Cate, Gesch. der doopsgez. in Groningen enz. II (Leeuw., Gron. 1842), 83 v., 91 v.; S. Hoekstra, Beginselen en leer der oude Doopsgezinden (Amst. 1863), 332; J. Reitsma, Honderd jaren uit de gesch. der hervorming in Friesland (Leeuw. 1876), 288.
Knipscheer