[Geleen, Christiaan van]
GELEEN (Christiaan van), ged. te Maastricht 1 April 1638, overl. te Toledo (Spanje) omstreeks 1710, zoon van Arnold en van Catharina Janssen, was medicinae doctor, studeerde aan de universiteit te Leuven, waar hij 28 Januari 1661 werd ingeschreven onder het rectoraat van Joannes Sinnich, doctor in de theologie. Hij praktizeerde in zijn vaderstad en werd benoemd tot geneesheer en raad van Karel II, koning van Spanje. Hij maakte 15 Dec. 1709 te Toledo voor notaris Mattheo Gomez Monttana, met zijn echtgenoote Christina Hinnevelt (geboortig uit Münster in Westphalen, dochter van Dominicus en van Anna Escoltis), zijn testament, waarvan 18 Maart 1710 een copie werd gegeven. In dit testament komen o.a. voor Jan Adam van Geleen, kanunnik van het adellijk stift van Susteren, protonotarius, apostolicus, en Jan van Geleen, kanunnik te Brugge, en eere-kapelaan van den koning van Spanje, beiden zonen van Theodoor van Geleen, den broeder van den testateur.
Aan Christiaan was het te danken, dat zijn neef Petrus Ignatius van der Vrecken 15 Jan. 1699 door Karel II, koning van Spanje, tot zijn domeinopzichter der bosschen in het hertogdom werd aangesteld.