[Geerling, Jeremias]
GEERLING (Jeremias), geb. te Leiden 1703, begr. te Dordrecht 13 Nov. 1767. Hij werd 1 Oct. 1716 op 13-jarigen leeftijd ingeschreven als student te Leiden. Zijn eerste standplaats als predikant was Charlois in 1728, daarna kwam hij in 1733 te Dordrecht, in de plaats van Ds. Covijn. Een beroep naar Leiden in 1746 sloeg hij af. In 1758 vierde hij zijn 25-jarig jubileum als predikant, en 1763 werd hij curator der latijnsche school en emeritus. Op zijn overlijden schreef A. Blussé, Dichtgedachten bij het overlijden van den weleerwaerdigen Heere Jeremias Geerling, In zijn wel Eerw. Leven Rustend Predikant te Dordrecht, 8 Nov. 1767. Hij was gehuwd met Jacoba van Rooyen, begr. 30 Nov. 1772. Van zijn portret wordt melding gemaakt in den dichtbundel Proeve van zedepoëzij van ‘Constantia et Labore’ te Dordrecht, n.l. zesregelig vers, blz. 283. Het portret zelf is mij niet voorgekomen.
Zie: Schotel, Kerk. Dordr. II, 338.
van Dalen