[Fijnebuik, Barend]
FIJNEBUIK (Barend), geb. te Zwolle, overl. aldaar in 1881. Hij werd predikant in de Ned. Herv. Kerk te Zoutelande 29 Sept. 1833, te Zwartsluis in 1836, te Vlissingen 6 Mei 1838, te Hoogeveen 29 Dec. 1839. Hier legde hij de bediening neer 10 Juli 1842 en werd predikant van de ‘afgescheiden gemeente’ te Schiedam. Reeds na vijf maanden vestigde hij zich te Zwolle. Hier is hij onder allerlei verwarringen nog in en na 1844 predikant van een afgescheiden gemeente geweest. Toen zijn geheele gemeente was te niet gegaan is hij tot de Ned. Herv. Kerk teruggekeerd, maar een verzoek om weer predikant te mogen worden is door het provinciaal kerk bestuur van Zuid-Holland afgewezen. Hij schreef: De Christelijke vrijheid beschouwd als een zegenrijk gevolg van de uitstorting des Heiligen Geestes (Zwolle 1846).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 155-157; Kerkelijk Handboek (1909) Bijl. 151 (?), 157, (1912) Bijl. 157.
Knipscheer