[Fleming, Robert (2)]
FLEMING (Robert) (2), zoon van den voorg., overl. te Londen 21 Mei 1716. Hij studeerde in de godgeleerdheid te Utrecht en te Leiden en werd 9 Febr. 1688 te Rotterdam tot predikant geordend. Na eenigen tijd huiskapelaan te zij geweest in Engeland werd hij in 1692 predikant bij de engelsche gemeente te Leiden, totdat hij 30 Jan. 1695 bij de schotsche kerk te Rotterdam de opvolgerwerd van zijn vader. Met zijn ambtgenoot aldaar, J. Brown, wijdde hij de nieuwe kerk in 20 Oct. 1697, maar reeds in April 1698 vertrok hij naar de schotsche gemeente te Londen, waar hij overleed en een weduwe en verscheidene kinderen achterliet. Joshua Oldfield schreef een Sermon on the Death of the Rev. Ro. Fleming. Fleming schreef: Christology, een werk van drie deelen waarin zijn portret; The blessedness of those who die in the Lord. A practical discourse occasioned by the death of king William.... (Lond. 1702). Van de drie deelen van zijn geschrift: Discourse on several subjects (nl. I. On the rise and fall of the papacy; II. Upon God's dwelling with men; III. The ministerial office....) (Lond. 1701) heeft vooral deel I zijn naam bekend gemaakt. Het werd in 1793 herdrukt als: Apocalyptical Key. Extraordinary discourse on the rise and fall of papacy..., en in 1825 en ook later onder andere titels en in verschillende talen telkens opnieuw uitgegeven. In het Hollandsch als: Sleutel tot de openbaaringe, of verhandeling over de opkomst en den val des pausdoms.... uitgegeven in 1701 (Amst. 1794). Men houdt hem ook voor den schrijver van: Nieuwejaarsgeschenken...., vert. uit het Engelsch (Rott. 1795).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 58 v.
Knipscheer