[Feytes, Riemer]
FEYTES (Riemer), geb. in Friesland, terechtgesteld te Leeuwarden in Febr. 1572.
Het is niet bekend wanneer hij zich bij de Watergeuzen heeft aangesloten; later behoorde hij tot de bende van Hartman Gauma, die in Friesland landgangen deed. Hij was tegenwoordig bij de knevelarij en moord op Watthie van Hania en kreeg 30 daalders als deel van den buit; ook was hij bij de landgangen bij Cambuir en Uitwellingerga. Kort daarna werd hij door de Spanjaarden gevangen genomen en naar Leeuwarden gebracht. Hij zat gedurende 67 dagen op het blokhuis van Leeuwarden gevangen. Aan Andries Griph, grietman van Utingeradeel, werden 50 carolus guldens uitbetaald, de prijs die op zijn hoofd was gezet. Bij vonnis van het Hof van Friesland van 12 Febr. 1572 werd hij ter dood veroordeeld met verbeurdverklaring zijner goederen.
Zie: Rijksarchief van Friesland, Crimineel Sententieboek van den Hove van Friesland, 1557-1580, fol. 188 vo; ald. Rekening van Boudewijn van Loo, 1 Oct. 1571-30 Sept. 1572, fol. 46 vo., 49, 49 vo.; Andreae, De Friesche Watergeuzen in Vrije Fries, 3e Reeks V, 76.
Vogels