[Fernandez, François Noë Louis]
FERNANDEZ (François Noë Louis), geb. te Leiden 3 April 1716, overl. te Heusden 7 Dec. 1764. Zijn ouders waren Don Pedro Louis Fernandez de Pinto (overl. 30 Jan. 1740) en jonkvr. Esther Marie de Fleury (geb. 15 April 1683, gehuwd in 1704, overl. 7 Mei 1727). Zijn vader is in Zwitserland protestant geworden, studeerde in de medicijnen te Leiden en was te 's Gravenhage en te Leiden sedert 1702 geneesheer. F.N.L. Fernandez (reeds zijn vader liet de toevoeging ‘de Pinto’ vervallen) was hun jongste zoon, studeerde te Leiden en werd 28 Sept. 1736 ‘artium liberalium magister’ en doctor in de wijsbegeerte. De waalsche synode te Dordrecht heeft hem tot den predikdienst toegelaten; op 14 Nov. 1745 werd hij waalsch predikant te Heusden; emeritus 31 Oct. 1764. Hij schreef: De ladder Jacobs.... (Dordr. 1752); Panegyrique de Guillaume IV ou Discours prononcé à l'occasion du Décès de S.A.S. le Prince d'Orange et de Nassau.... (Dordr. 1752), ook vertaald als Lof- en lijkreden enz. door G. van Oostrum (Dordr. 1752). Pierre Moise Fernandez is zijn broeder (die volgt).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 44 v.
Knipscheer