borgentheit des kruices, vertoont in Job, en vervult in Jezus Christus, kortelijk opgeheldert (Leeuw. 1748). Na zijn dood is nog uitgegeven (door hem blijkens de voorrede gedateerd 19 Oct. 1749): Eenzame en vrije meditatien over den eenigen, ouden, heiligen en veiligen weg der zaligheit voorgedragen in Henochs wandel met Godt (Leeuw. 1754). Om zijn ‘typische godgeleerdheid’ is hij door Coccejanen bespot.
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. III, 40 v.; T.A. Romein, Naamlijst der predikanten.... in Friesl. (Leeuw. 1886), register i.v. Fen(n)ema.
Knipscheer