[Eijlers, Jacobus]
EIJLERS (Jacobus), geb. te Oldenzaal, gest. 30 Dec. 1654. Waar hij zijn studiën verricht heeft, is onbekend; maar hij bezat het licentiaat in de theologie, sedert 1610 was hij te Oldenzaal vicarius Trium Regum. In 1625 werd hij aartspriester over Lingen en de 14 pastorieën. Toen de Spaanschen in 1630 Lingen verlieten en dit door de Staatschen in bezit werd genomen, ontstond een hevige vervolging der Katholieken. Op verzoek van den bisschop van Osnabrück werd Eijlers, nog vóór het sluiten van den westphaalschen vrede (1648), door paus Innocentius X in Juni 1645 tot Vicarius Apostolicus benoemd over dit graafschap. Bij schrijven van 28 Juli werden aan de geestelijken alle kerkelijke diensten verboden en 13 Aug. ontvingen zij het bevel de sleutels der kerk en der kapellen af te geven aan den drost Rutger van Haersolte, tegelijk met alle registers. Binnen acht dagen moesten zij de pastorie ontruimen op straffe van 100 goudgulden. Den onverschrokken Eijlers vroeg men eerst 21 Dec. 1648 de sleutels der pastorie; in het besef van zijn recht wierp hij de sleutels in de gracht. Eijlers stoorde zich niet aan de verordening, dat alleen de predikanten de kinderen, ook der Roomschen, mochten doopen. Godsdienstoefening mocht niet gehouden worden; hij, die zijn huis daartoe leende, werd beboet met 200 gulden, zelfs trof een boete van 50 gulden dengene, die den H. Dienst buiten het graafschap gingen bijwonen. Eijlers had meer dan anderen van de vervolging te lijden, daar hij de ziel van den tegenstand was. Hij stierf 30 Dec. 1654 en werd in de kapel op het oude kerkhof zonder eenige ceremonie begraven.
Zie: Geerdink, Eenige bijdragen tot de gesch. v. Twente (1898).
Kleijntjens