[Eijk, Jacobus Petrus Sprenger van]
EIJK (Jacobus Petrus Sprenger van), geb. te Bergschenhoek 8 Nov. 1777, overl. te Oosterbeek 4 Aug. 1859. Zijn vader, Petrus Godefridus Sprenger van Eijk, was ook predikant (zie beneden). Hij studeerde in de godgeleerdheid te Utrecht en werd predikant te Zegveld 21 Juli 1799, te Ketel 3 April 1803, te Vlaardingen 17 Maart 1805, te Rotterdam 16 April 1809; emeritus 1 Jan. 1848. Hij vestigde zich te Oosterbeek. Hij schreef ook onder het pseudoniem Sincerus, o.a. enkele zijner meest bekende werken: De kanselontluistering in de Ned. Herv. Kerk tijdens de 17de en 18de eeuw aangewezen en gestaafd door Sincerus (Amst. 1853) en De kranke riqtingen in den boezem der Ned. Herv. Kerk eene der oorzaken van haar diep verval... door Sincerus (Arnh. 1854). Ook verzamelde hij de bijdragen voor De Fakkel of bijdragen tot de kennis van het ware, schoone en goede (Rott. 1825-1839), 14 deelen, en Latere Bijdragen (Dev. 1843).
Er bestaat een portret van hem.
Zie overigens, ook over zijn talrijke verdere geschriften: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. II, 793-798; Alphab. naamlijst van boeken.... 1833-1849 (Amst. 1858), 199 v., 630; Supplement, 37; Brinkman's Catalogus van boeken 1850-1882 (Amst. z.j.), 1079, 1103; I.J. van Doorninck, Bibliotheek van nederl. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh. en Utr. 1870), no. 894, 931, 2384, 3932, 5776; dez., Vermomde en naamlooze schrijvers (Leid. 1883), 561; Kerkelijk Handboek (1907) Bijl. 104, 128, 153, 162, (1910) Bijl. 172; Bibliotheca theol. et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 773, no. 273.
Knipscheer