[Enghien, Johannes d']
ENGHIEN (Johannes d'), of van Edegem, abt der bernardijner abdij Cambron in Henegouwen, overleed volgens het necroloog der abdij 17 Mei 1364. Vóórdat hij tot abt werd gekozen, was hij bursarius in de priorij Stoppeldijk in ZeeuwschVlaanderen. Zijn keus tot abt werd 21 Juni 1353 bevestigd door Paus Innocentius VI. In 1360 ontving hij nog van dezen Paus de gunst van een vollen aflaat in het uur des doods. Hij werd opgevolgd door Joh. Scallin, bevestigd door den Paus Innocent VI, 8 Juni 1362. Wat le Waitte, Historia Camberon. pars prior, 324-35 over zijn familiebetrekking met den heer van Enghien verhaalt, is slechts een veronderstelling zonder grond. Deze familie had haar graftomben in Cambron.
Jongelinus stelt zijn dood verkeerdelijk op 1360.
Zie: Berlière, Monasticon belge I, 350; dez., Suppliques d'Innocent VI; dez., Inventaire analitique des diversa cameralia des arch. Vatic. (Rome 1906), no. 490, 510, 566; Jongelinus, Notitia abbatiarum IX, 3; Gallia Christ. III, 175.
Fruytier