Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Engelen, Engelbertus Egidius van]

ENGELEN (Engelbertus Egidius van), ook Engelbertus Aegidii genoemd, geb. omstr. 1584. Hij leefde nog in 1646, wellicht in 1649. Hij studeerde te Leiden in de godgeleerdheid, en werd in 1609 predikant te Oosterbeek om van daar uit zoo noodig ook Arnhem te bedienen. De synode van 1612 te Barneveld heeft hij bijgewoond; de synode te Nijmegen van Sept. tot Oct. 1619 heeft hem wegens remonstrantsche gevoelens afgezet. Wel heeft hij de ‘akte van stilstand’ onderteekend, maar toch is hij remonstrantsch predikant geworden. In 1646 is mede aan hem door de Remonstrantsche Broederschap een werk opgedragen; ter uitvoering van deze opdracht is verschenen: Klare en duydelijcke wederleggingen van de verscheyden aenteyckeningen.... tot bevestiging van de contra-rem. leere der predestinatie aen de kant van den nieuws overgesetten bijbel [in 1637 verschenen] gestell.... Ten meesten deele beschreven door E. van Engelen (Rott. 1649). Reeds sedert 1638 was Daniel Snecanus (zie dl. VI, kol. 1243-1245) met dezen arbeid bezig geweest. De remonstrantsche gemeente te Rotterdam bewaart een handschrift van hem d.d. 15 Nov. 1624 (Catalogus van handschr. [Amst.

[p. 476]

1869], 83, no. 955). Engelbertus v.E. die voorgaat, is zijn zoon.

Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. II, 735-737; J. Tideman, De remonstrantsche broederschap. Biogr. naamlijst van.... (Amst. 1905), 69 v., 82, 327-330, 446; J. Tideman, De stichting der remonstr. broederschap (Amst. 872) II, 207, 281, 293; Reitsma en van Veen.

Acta IV, 193, 322-325; H. Schokking, De leertucht.... (Amst. 1902), 299, aant. 2.; R. Arrenberg, Naamregister van nederd. boeken tot 1787, 161.

Knipscheer