Oosterzee en verschenen als: Redevoering over de voortreffelijkheit der volwassenen.... boven de zwakheit der kinderen (Utr. 1743). Bij de overdracht van het rectoraat op 28 Maart 1746 hield hij een rede: De sponsalibus Christum inter et ecclesiam, nullis unquam malis dirimendis, en bij eenzelfde gelegenheid op 29 Maart 1762: De conjunctione tula atque felici, quae gentibus feris et noxiis intercedet cum grege Dei, sub vexillo Jesu Christi (Utr. 1762). Te Jutfaas had hij zijn zomerverblijf; hij is te Utrecht begraven. Hij schreef nog: Paulus brief aan de Romeinen geopend, ontleed, verklaart en toegepast, 4 deelen (Utr. 1763-1771); Eerzuil der milddadigheid; Memorie wegens de Hernhulters en hunne leere.... (Amst. 1750). Theodorus Peter Elsnerus (die volgt) is zijn broeder.
Zijn geschilderd portret door J.M. Quinckhard (1745) bevindt zich in de universiteit te Utrecht; J. Houbraken graveerde zijn portret (1765) naar een schilderij van J. Augustini (1757).
Zie: de Bie en Loosjes, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. II, 721-723: Kerkelijk Handboek (1903) Bijl. 117, 130, 135, 164. (1910) Bijl. 166; R. Arrenberg, Naamreg. van Nederd. boeken tot 1787, 159; Bibliotheca theol et philos. (Lugd. Bat., Burgersdijk en Niermans 1900), 773, no. 255.
Knipscheer