[Driel, Thomas]
DRIEL (Thomas), kartuizer, overl. te Roermond 1 Juli 1493. Hij was geprofest monnik van het kartuizerklooster Betlehem te Roermond. Nadat omstr. 1476 een begin was gemaakt met de stichting van een kartuizerklooster op het kasteel Wedderen bij Dulmen in Westfalen, werd hij in 1479 als rector belast met het bestuur van het nieuwe convent. In 1480 werd dit klooster door het generaal kapittel der Grande Chartreuse bij de Orde ingelijfd en ontving Thomas D. de benoeming tot prior. In dezen tijd ondervond de chartreuse veel mocilijkheden van de zijde der teleurgestelde erfgenamen der begiftigers. Toen 23 Sept. 1487 Arnold van Grave (zie art.), prior van het kartuizerklooster te Roermond, was gestorven, werd Thomas D. als diens opvolger teruggeroepen naar het huis zijner professie. Hoe lang hij dit heeft bestuurd is onzeker. Bij zijn dood bekleedde hij dit ambt niet meer. Tijdens zijn prioraat te Roermond is onder zijn auspiciën de stichting van een chartreuse te Vogelsang bij Gulik, waarvan Betlehem het moederklooster was, tot een goed einde gebracht. Zijn opvolger als prior te Roermond is geweest Dom Theodoricus.
Zie: Cartae Capituli Generalis Ordinis Cartusiensis (ms. Certosa del Galuzzo, Florence); Maisons de l' Ordre des Chartreux, Vues et Notices IV (Parkminster 1917), 87-90, 103-106, 111-114; Publications Soc. Hist. et Arch. duché de Limbourg XIX, 367-370.
Scholtens