[Dreas, Anthonius Gottfried]
DREAS (Anthonius Gottfried), geb. 10 Mei 1710 te Dedesdorp (Bremerland), overl. te Ee 13 Maart 1766. Hij studeerde te Jena in de godgeleerdheid en werd luthersch predikant te Rijpe (Oost-Friesland) 2 Mei 1734, te Groningen 8 Jan. 1736. Na ontslag gevraagd en verkregen te hebben in 1739 werd hij hoogduitsch predikant van de Gereformeerde gemeente te Groningen (27 Dec. 1739) en door de Staten aangesteld in 1740 tot ‘provinciaal hoogduitsch predikant ten dienste van de academie en de vreemdelingen’. In 1742 en in 1747 was hij tijdelijk veldprediker; op 9 Mei 1748 werd hij predikant te Ee en Engwierum. Te Groningen al spoedig aangeklaagd wegens onrechtzinnigheid (ook zijn huwelijk met een niet-luthersche vrouw gaf groote ergernis), diende hij 29 Maart 1739 bij de stedelijke overheid een Geloofsbelijdenisse van de Bezonderheid der genade Godts in de verkiesinge (Gron. 1739) in, verschenen met instemming van D. Gerdes (dl. III, kol. 460-462) en J. van den Honert (in dit deel in voce); vert. in het Hoogduitsch in 1740. Zijn afzetting door afgevaardigden uit de luthersche gemeente op 12 Juni 1739 is door de overheid nietig verklaard. Hierna vroeg en verkreeg hij ontslag uit zijn ambt (zie boven). Nog schreef hij: Onderzoek over den kerkelijken vrede tusschen de Protestanten.... (Gron. 1744), en vulde hij aan de Naamlijst van W. Columba (dl. IV, kol. 448), na zijn dood verschenen (Leeuw. 1766).
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. II, 579-581; J. Loosjes, Naamlijst der predikanten.... der Luth. Kerk ('s Gravenh. 1925), 64 v.
Knipscheer