[Doornik, Albertus van]
DOORNIK (Albertus van), geb. te Zierikzee, priester, kapelaan te Spierdijk, overleed als missionaris in Suriname 9 Nov. 1787.
Hij bood zich aan voor deze missie, die geheel verlaten was. Toen de aartspriester een oproep deed, in 1755, waren slechts twee priesters bereid geweest om de Katholieken, die aldaar geheel zonder geestelijke hulp waren, bij te staan. Toen daarop de eerste zijn voornemen opgaf, kwam van Doornik in zijn plaats en vertrok tezamen met Adrianus Kerstens. Zij kwamen 17 Oct. 1786 te Paramaribo aan. Hun ijver werd zeer op de proef gesteld. Zij vonden geen woning, geen bidplaats, onverschillige Katholieken, die nog verdeeld waren, en slechts bij enkelen ijverige medewerking. Bovendien ondervonden zij veel tegenwerking bij de kerkmeesters, die karig voor hun onderhoud zorgden. De onderlinge verhouding der missionarissen liet ook te wenschen over, zoodat Kerstens besloot naar het vaderland terug te keeren. De nieuwe missie stak in schulden door den aankoop van een huis, dat beneden tot pastorij, boven tot kerk werd ingericht. Voordat een nieuwe missionaris was aangekomen, overleed onverwachts Alb. van Doornik, de pastoor, 9 Nov. 1787, zonder eenigen priesterlijken bijstand. Hij werd op het algemeen kerkhof begraven.
Zie: Bijdragen Bisdom Haarlem XLIII (1925), 20-28; Archief aartsb. Utrecht XXXVI, 136.
Fruytier