Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Doornik, Johan (2)]

DOORNIK (Johan) (2), zoon van Michiel, neef van David, die voorgaat, en van Elisabeth van Tongeren, geb. te Amsterdam 22 Dec. 1693, overl. te Gorinchem 3 Juli 1745. Hij werd als student in de godgeleerdheid en philosophie te Leiden ingeschreven, in 1717 proponent te Amsterdam en deed nog hetzelfde jaar zijn intrede

[p. 419]

als ned. herv. predikant te Oegstgeest. Op 28 Aug. 1735 vertrok hij naar Gorinchem, waar hij algemeen geacht en bemind was en grooten naam als kanselredenaar genoot.

Hij was 20 Juli 1723 geh. met Adriana Visscher, geb. 1703, eenige dochter van Adam, emir. pred. te Noordwijkerhout, en van Margaretha Laurentius, dochter van Mr. Jan, adv. voor den hove van Holland, en van Lidia Fransdr. van Bleyswijck. Uit dit huwelijk sproten tien kinderen, w.o. Mr. Michiel (1725-65), kanunnik in het kapittel van St. Jan te Utrecht; François Adam (1728-1774), ritmeester in dienst onzer republiek, geh. met M.L. van Ruelo (gest. 1756) en later met Elisabeth Geertruy Santvoort, wed. van Herman Hubert. Uit François Adam's tweede huwelijk sproot een zoon Joan Adriaan, die voorgaat.

Bartelds