[Donkers, Franciscus Johannes Regnerus]
DONKERS (Franciscus Johannes Regnerus), geb. 3 Febr. 1821 te Helmond, overl. 17 Aug. 1877 te Venlo, zoon van Dr. R.H. Don(c)kers (die voorgaat, zie kol. 409) en van Anna H.L.C. Schwalbach, legde zich reeds vroeg toe op het beeldhouwen. Op 19-jarigen leeftijd vervaardigde hij in miniatuur de St. Janskerk van 's Hertogenbosch in mahoniehout en vereerde deze aan koning Willem I, nadat Z.M. incognito dit kunststuk ten huize zijner moeder te 's Hertogenbosch bezichtigd had. Door toedoen van den Koning kwam Donkers op de Academie voor Beeldende Kunsten te Antwerpen, maakte na het voltooien zijner studiën een kunstreis door België en Duitschland en vestigde zich te 's Hertogenbosch. In 1849 werd hij aldaar benoemd aan de school voor Beeldende Kunsten, doch bedankte reeds spoedig. Enkele zijner bekendste werken zijn het standbeeld van Karel van Brimeu, graaf van Megen, op de begraafplaats aldaar (1853); standbeeld van Theodoor van Thulden in het stadhuis te 's Hertogenbosch (1854); gedenkteeken voor vice-admiraal J.C. Rijk op de begraafplaats Eik en Duinen te 's Gravenhage (1856). Met zijn broer Henricus (die volgt) behaalde hij een medaille ter beantwoording eener prijsvraag betreffende het restauratieplan van de St. Janskerk te 's Hertogenbosch. In 1859 zei Donkers zijn kunstenaarsloopbaan vaarwel en werd benoemd tot opzichter 1e klas bij de Staatsspoorwegen te Venlo, wat hij bleef tot aan zijn dood. Hij was gehuwd met Quirina Kolfschoten (geb. te Uithuizen 16 Juni 1833, overl. 8 Mei 1899 te Utrecht), waaruit zes kinderen geboren werden.
Zie: Taxandria XV, 141 e.v.
Heeren