van 5 frimaire au VI (25 Nov. 1797), verhaast; hij belette de abdis, met haar kapittel, dat toen te Steele in het land van Essen was overgebracht, om hun goederen te verbergen of te redden en zette de bewindhebbers der bataafsche republiek aan, om de bredasche goederen en inkomsten, de hoofdbron van haar bestaan, te requestreeren. Ook de hoogschout der abdis, Jacobus Norbertus van der Schoor (zie artikel), had veel van hem te lijden. Volgens wijlen rijksarchivaris Flament was Dodé een type voor een historischen roman en een drama. Hij werd, terwijl hij met zijn gezin aan tafel zat, door het raam zijner woning te Thorn doodgeschoten, zonder dat ooit de moordenaar werd ontdekt.
Hij was gehuwd met Antonetta Elisabeth Moers (geb. 27 Maart 1769, overl. 8 Juli 1827), dochter van Antonius Renerus M. en Elisabeth Everarda Jacoby.
Zie: Jos. Habets en A.J.A. Flament, De archieven der voormalige rijksabdij Thorn II, inleiding XVIII-XIX, verder 395, 397, 569-596, 607, 612, 621-622, 646-647, 679-680; Maasgouw (1883) 922, (1885) 1050, (1906), 53, (1927) 21.
Verzijl