[Dissel, Sijbrand van]
DISSEL (Sijbrand van), geb. te Leiden 30 Oct. 1806, overl. te 's Gravenhage 18 Aug. 1878. Hij studeerde te Leiden in de godgeleerdheid en werd predikant te Katwijk-Binnen 4 Jan. 1829. Na op 25 Nov. 1831 te zijn ‘losgemaakt’ liet hij zich 7 Mei 1832 weer inschrijven te Leiden, nu voor de studie in de letteren. In 1854 en 1855 was hij hulpprediker te Amsterdam, tot hij in Oct. 1855 naar Curaçao vertrok. Van 1865-76 was hij predikant te Paramaribo. Als emeritus vertrok hij naar 's Gravenhage. Zijn vrouw, M.E.M. van Raders, stierf 20 Febr. 1907. Hij schreef: Verkorte beschrijving en aeschiedenis der stad Leyden (1845); Historische bijdrage betrekkelijk het ontwerp der maskerade.... 8 Febr. 1845, voorstellende den aftogt van Floris V.... (Leyd. 1845); Intocht, belegering en inneming van 's Hertogenbosch...., voor te stellen door de maskerade in Juni 1850 (Leyd. 1850); Curaçao, herinneringen en schetsen (Leyd. 1857); De Herv., thans vereenigde gemeente van Curaçao in Kerkhist. archief II (1859), 289-413, ook afzonderlijk (Amst. 1859); Eenige bijzonderheden betreffende de Christ. Herv. Gem. te Paramaribo ('s Gravenh. 1877). Anoniem verscheen o.m.: Beknopt zamenstel der Chr. beschouwende godgeleerdheid naar het compendium van J. van Voorst (Leyd. 1837) en eenige werken van stichtelijken aard en vertalingen.
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. II, 504 v.; J.I. van Doorninck, Vermomde en Naaml. schrijvers II (Leid. 1885), 671, no. 4387; dez., Bibl. van Nederl. anonymen en pseudonymen ('s Gravenh. Utr. 1870), kol. 240, no. 2318, kol. 473, no. 4550, kol. 576, no. 5555, kol. 625, no. 6001.
Knipscheer