Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Dier van Muiden, Rudolf]

DIER VAN MUIDEN (Rudolf), geb. in 1384 te Muiden, gest. in het fraterhuis te Deventer in 1458. Hij werd door een vrome moeder zeer godvruchtig opgevoed en kwam reeds op veertienjarigen leeftijd als leerling in het fraterhuis te Deventer onder leiding van Floris Radewijns. Hij werd na afgeloopen leergang tot priester gewijd en werd daarna procurator van het Meestergeertshuis te Deventer, welk ambt hij drie-en-twintig jaren heeft bekleed. Hij was een van de meest

[p. 393]

overtuigde devoten en gaf aan zijn medebroeders en ook aan zijn medeburgers het voorbeeld van een eenvoudig, nederig en vroom man, die Christus in leven en werken trachtte na te volgen. Van zijn hand is het Scriptum de magistro Gherardo Grote, domino Florencio et multis aliis fratribus (gedr. Dumbar, Analecta I, 1 vlg.), dat de levensgeschiedenissen geeft allereerst van Geert Grote en van Floris Radewijns en verder van verschillende verdienstelijke broeders des gemeenen levens; het geheel vormt zoo een waardevolle geschiedenis van het fraterhuis te Deventer van de stichting af tot 1450; Rudolf Dier zal daaraan dus tot zijn dood hebben gewerkt.

Zie: Dumbar als boven, verder Moll, Delprat, Acquoy, Brinkerink, Kühler en de verdere literatuur over de moderne devotie; een biographie van Rudolf Dier: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht XXVIII, 225 vlg.; vgl. ook: de Wind, Bibliotheek van Ned. geschiedschrijvers, 524; Muller, Lijst van Noord- Ned. kronijken, 95.

Brugmans