Onderzoek nopens Gods aanbiddelijke werken naar den raad sijns willens, tegen het onderzoek van W. Deurhoff (Amst. 1738). Al zijn geschriften zijn nog eens door hemzelven verzameld uitgegeven in twee deelen, twee jaren vóór zijn dood: Overnatuurkundige en Schriftuurlijke Saamstellinge van de H. Godgeleerdheid, afgeleid uit het kennelijke Gods, uit de weezendlijke genadegiften en uit de Heilige Schrift (Leid. 1715). Proeven van zijn dichtkunst leveren zijn: Stichtelijke Gezangen behelzende de kennisse Gods..... (Amst. 1713). Lang na zijn dood verscheen nog: Deurhoff's Godgeleerdheid, door sommige zijner vrienden uyt zijn gedrukte en ongedrukte schriften schetsgewijze voorgesteld, en zonder noodelose omslag van woorden in 't net gebracht door Joh. van Herwerden (Amst. 1744) (vgl. dl. VII, kol. 577). Eveneens: Eigen onderzoek uit de H. Schriften van de wijd uitgestrekte verlossing (Haarl. 1747).
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woordenboek van Protest. Godgel. in Ned. II, 455-460; J. Reitsma, Gesch. v.d. Hervorming en de Herv. Kerk der Ned., 3e dr. (Utrecht 1916), 663 v., 683.
Knipscheer