[Desjardins, Martinus]
DESJARDINS (Martinus), eigenlijk genaamd van den Boogaert, geb. te Breda, overleed te Parijs 2 Mei 1694 oud 54 jaar, als beroemd beeldhouwer. Hij kwam als leerling te Antwerpen en was 1651-52 meester in het St. Lucasgilde aldaar. Nog zeer jong vertrok hij naar Parijs, waarschijnlijk op aanraden van Gerard van Opstal, een Antwerpenaar, die als beeldhouwer een parijsche beroemdheid was geworden. Gelijk vele kunstenaars werkte Desjardins mede aan de versiering der tuinen van Versailles. Nog ziet men daar twee stukken van zijn hand: het marmeren beeld van Diana op de jacht, en van Artemis. Meerdere beelden van hem waren er geplaatst, die aller bewondering wekten en hem spoedig beroemd maakten, zoodat hij nog beschouwd wordt als een der grootste kunstenaars van dien tijd. Met veel praal en plechtigheid werd het standbeeld, dat hij van koning Lodewijk XIV had vervaardigd, 28 Maart 1686 onthuld op het plein des Victoires. Het beeld werd vernield tijdens de revolutie. Brokstukken er van, in half verheven beeldwerk vindt men in het museum het Louvre. De medaillons, die er bij hadden gehoord, doch in Windsor waren terecht gekomen, werden door den koning van Engeland aan Frankrijk geschonken. Voor Mignard, die hem behulpzaam was met de teekeningen, maakte Desjardins een buste, thans in het museum het Louvre, evenals ook de buste van Edouard Colbert. Van beide zijn afgietsels in het Cinquantenaire-museum te Brussel.
La Fontaine dichtte een vers op dat standbeeld van Desjardins, waarover heel Parijs zich druk maakte. Een ander groot standbeeld van Lodewijk XIV, door den bredaschen kunstenaar gebeiteld is nog te Versailles in de galerij der orangerie. Ook voor Lyon moest hij een groot standbeeld, des Konings vervaardigen, 1688. Het was gegoten kort voor den dood van den kunstenaar en werd eerst 1713 opgericht op het plein, thans Bellecour genoemd, doch werd vernield tijdens de Revolutie. Voor verschillende kerken en kloosters te Parijs vervaardigde hij groepen van heiligenbeelden en engelen, vermeld bij Marchal, doch meest allen vernield. 28 Maart 1671 was Desjardins aangenomen in de academie van schilders en beeldhouwers te Parijs. Zijn stuk, in marmer, dat hij voor zijn aanneming leveren moest, Hercules gekroond door den roem, is nog in het museum het Louvre. Een afgietsel is te Brussel, Cinquantenaire. 1672 werd hij benoemd tot adjunct-professor en 1675 tot gewoon professor der academie en 27 Juli 1686 werd hij aangesteld tot rector. Als beeldhouwer des Konings bewoonde hij het Louvre. Hij stierf slechts 54 jaar oud, zegt Marchal. Als dat en andere data juist zijn, werd hij reeds op 11-jarigen leeftijd aangenomen in het St. Lucasgilde. Hij is begraven in de kerk St. Germain