[Daverveld, Jacob Ferdinand van]
DAVERVELD (Jacob Ferdinand van), geb. te 's Hertogenbosch 23 Aug. 1685, overl. te Alkmaar (waar zijn zoon advocaat was) 15 Sept. 1759. Hij was een zoon van Johannes van Daverveld en Susanna Kisch, en studeerde te Franeker in de godgeleerdheid. Hij stond als predikant te Warmenhuizen sedert 30 Sept. 1708, te Monnikendam sedert Nov. 1714, te Utrecht sedert 27 Sept. 1722. Een Rouwklagt op hem door Joh. Alethea Oosterdijk is niet uitgegeven. Op 12 Aug. 1712 is hij te Warmenhuizen getrouwd met Anna van Twuijver. Hij schreef: De Adder van onder het gras.... of de Hattemistische Spinosist. Nader ontdekt.... (Utr. 1733); De eenvoudige en oprechte waerheyd.... (Utr. 1733; 2e dr. vermeerderd in hetzelfde jaar); Samenspraak over de Hattemisterij (Utr. 1738); Aenmerkingen over de Regeringe van Gods Kerk.... (Utr. 1751); Eben Haëzer... ter gedachtenis van zijn 50-jarigen predikdienst, uitgesproken in de Domkerk (Utr. 1758).
Zie: van Langeraad en de Bie, Biogr. Woordenb. van Protest. Godgel. in Ned. II, 401-403; Kerkelijk Handboek (1908) Bijl. 130 v., 147, (1910) Bijl. 166; R. Arrenberg, Naamregister van Nederd. boeken tot 1787, 137.
Knipscheer