Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8

[Cuylenburgh, Aemilius van]

CUYLENBURGH (Aemilius van), geb. te Wageningen omstr. 1650, overl. op Canvey-Island 1704, ouders aan mij onbekend.

Hij studeerde sedert 1667 te Utrecht in de theologie. Candidaat geworden, beriep men hem in 1673 tot predikant te Batenburg, in 1678 vertrok hij naar Heusden en werd, waarschijnlijk om zijn orangistische gevoelens, in 1692 tot predikant bij de holl. gemeente te Londen beroepen. Hier werd hij in 1703 vervangen en is toen waarschijnlijk pred. te Canvey-Island geworden, waar een holl. gemeente bestond. Althans daar is hij in het volgend jaar overleden.

Hij was 12 Nov. 1672 te Utrecht gehuwd met Hillegonda Essenius, dochter van den bekenden Voetiaan prof. Dr. Andreas E. en van Lucia Spruyt. Ter eere van zijn vrouw schreef hij een gedicht Op het uitnemend Bloemborduersel, Gewroght door Hillegonda Essenia, door Aem. v. C. praedicant tot Batenburgh; zij was 5 September 1680 niet meer onder de levenden en liet hem een eenig kind na, Louisa Christina van C. Behalve genoemd gedicht schreef hij ter verheerlijking van het Oranjehuis: Over de geboortedag van Willem III (4^o) en een Oratie tot lof van 't Oranjehuis, waarachter:

[p. 355]

Heroica of Heldenverzen over de roemwaardige daden door Z.M. Willem III van 1688 tot 1691 verrigt (Dordr. 1691, 4^o).

Zie: Mdbl. Ned. Leeuw XXXII, 263, 264; Werken der Marnix. Vereeniging, 3e Serie, dl. 1; Frederiksen v.d. Branden, Biog. Wdb., 184; v. Abcoude, Naaml. v. Ned. Boeken I, st. 3; v.d. Aa, Nieuw Wdb. v. Ned. Dichters II, 30; Navorscher XXXIX (1889), 469.

Regt