[Crommelin, Mr. Jacob]
CROMMELIN (Mr. Jacob), zoon van Pieter Samuel en van Amalia Maria Berg, geb. te Haarlem 14 Sept. 1791, overl. 12 Febr. 1826. Hij studeerde te Leiden in de rechten, waar hij de aandacht trok van den hoogleeraar Joan Melchior Kemper (zie deel II, kol. 658). Een tijdlang werden zijn studiën door het interregnum der Honderd dagen afgebroken, toen hij aan het hoofd van het studentencorps mede tegen Napoleon ten strijde trok. Na zijn promotie (1815) werd hij op Kemper's aanbeveling als gezantschapssecretaris toegevoegd aan Willem Mollerus (zie deel IV, kol. 1004), die als buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister naar Rio de Janeiro zou vertrekken. Na diens vertrek, dat twee jaar later plaats had, liet deze C. als zaakgelastigde achter. Tot herstel zijner gezondheid, die in het tropische klimaat veel geleden had, werd hem Dec. 21 verlof verleend naar Nederland. Later herhaaldelijk aangezocht naar Brazilië als gezant terug te keeren, is hij hiertoe niet te vinden geweest. Zijn groote minzaamheid, algemeene ontwikkeling en uitgebreide talenkennis maakten hem voor zijn ambt bijzonder geschikt.
Zijn portret is gegraveerd door P. Velijn naar een teekening van E. Davidson.
Zie: Alg. Ned. fam. bl. 1883-84; Familiegegevens.
Bartelds