tot opperbevelhebber bij ontstentenis van-Obdam. Het bevel voerend over een der smaldeelen in den slag bij Lowestoft (13 Juni 1665), werd hij reeds 's morgens te vijf uur doodelijk gewond en sneuvelde, waarop zijn opperstuurman Stinstra, door hem met het bevel voor het schip belast, met de admiraalsvlag in top de linie verbrak, zich geheel uit den strijd terugtrok en na den noodlottigen dood van Obdam, nog altijd met die vlag in top, de vlucht nam. ‘De Helt der Maas, verminckt aen oog en rechterhand’, werd op staatskosten in de Groote kerk te Rotterdam begraven onder een fraaie eveneens op staatskosten opgerichte tombe.
Zijn geschilderd portret door B. v.d. Helst is in het Rijksmuseum te Amsterdam; gebeeldhouwd door R. Verhulst op zijn genoemde graftombe; gegraveerd door A. Bloteling (naar v.d. Helst), J. Houbraken, M. Mosijn e.a,; gelithografeerd door Langenhuysen en F.H. Weissenbruch (naar v.d. Helst); in hout gesneden door R.J.v. Arum.
Zie: de Jonge, Zeewezen I, 512, 559, 567, 569, 594, 601, 687, II, 8, 15, 34. Feuilleton N. Rolt. Cour. 1 Mei 1927.
Blok