[Cooperen, Jacob Jan van]
COOPEREN (Jacob Jan van), kapitein ter zee, geb. te Rotterdam 1668, overl. aldaar December 1732, nam als gezagvoerder van het schip den Briel deel aan de expeditie van Geleyn Evertsen naar Cadix (1696), hielp in 1706 aan het hoofd der landingsdivisie Alicante bestormen, nam onder vice-admiraal van Wassenaer (1708) deel aan de expeditie naar Portugal, later naar Catalonië, 1711 naar Napels en Toscane; 1713 schout-bij-nacht, als hoedanig hij 1718 met een eskader van 12 schepen naar de Oostzee zeilde tot bescherming van den handel; 1725 diende hij onder vice-admiraal van Aerssen van Sommelsdijk in het eskader, dat de Algerijnen kwam tuchtigen. Zijn bekwaamheden en verrichtingen werden, blijkens eenige schimpdichten op hem, niet algemeen hoog geschat. Een ervan zegt: ‘Eerst vond men Helden van metaal, maar nu van kooper’. Gehuwd met Johanna van Brakel, werd hij begraven in het graf van zijn schoonvader Jan van Brakel in de Groote kerk te Rotterdam.
Zie: de Jonge, Zeewezen III, 698, IV, 21, 23, 68, 103, 111, 130; Scheurleer, Mannen ter zee III, 105-107.
Blok