Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 310]
| |
Gerrit Cool en Imke Menalda. Hij was commissionnair en werd 9 Sept. 1851 tot lid van den raad van Amsterdam gekozen. Op 12 Juni 1860 werd hij te Amsterdam in plaats van het aftredend lid W. Poolman, die nog slechts twee maanden zitting had, gekozen tot lid der Tweede Kamer. Hij was liberaal op politiek en orthodox op godsdienstig gebied; het laatste bezorgde hem de stemmen van de toen kleine partij anti-revolutionnairen te Amsterdam. In de Kamer trad hij weinig op den voorgrond. In Sept. 1864 traden tegelijk met hem periodiek als kamerlid af de ultra-liberaal Mr. C. van Heukelom (dl. IV, kol. 742) en de conservatief Mr. J. Heemskerk Az. (dl. I, kol. 1044). De anti-revolutionnairen stelden Cool candidaat naast twee der hunnen. Als zij, gelijk zij elders meestal deden, het aftredend lid, den zeer bekwamen Heemskerk ook gecandideerd hadden, ware deze herkozen, nu werd hij, doordat de anti-revolutionnairen bij de herstemming van 28 Juni afwezig bleven, door een liberaal vervangen. Dit zette tusschen die partijen kwaad bloed, nog versterkt toen de anti-revolutionnair Mr. L.W.C. Keuchenius (dl. I, kol. 1246) in Sept. 1866 het ministerie-Heemskerk met hulp der liberalen door een motie omverwierp. Cool huwde 12 Oct. 1831 Johanna van Coppenaal, geb. 28 Mrt. 1807, overl. 12 Aug. 1848, bij wie hij 3 zonen en 5 dochters had. Ramaer |
|