[Collot d'Escury, Hendrik Adolph André baron]
COLLOT D'ESCURY (Hendrik Adolph André baron), geb. te Leiden 23 Jan. 1833, overl. te Wildungen (vorstendom Waldeck) 20 Aug. 1893, was de zoon van Carel Jan baron Collot d'Escury en jkvr. Johanna Jacoba Calkoen. Op 3 Maart 1858 werd hij surnumerair van 's Rijks schatkist, maar alvorens hij voor betaalmeester aan de beurt was, veranderde hij van richting. Hij werd namelijk 27 Jan. 1859 benoemd tot rentmeester van het Kroondomein in het rentambt Schiedam ter standplaats Rijswijk en 14 Nov. 1867 vandaar naar het rentambt Hulst verplaatst. Hij ging toen te Kloosterzande wonen. Op 20 Juni 1868 werd hij tot burgemeester van Hontenisse benoemd en 14 Juli 1875 tot lid der Provinciale Staten van Zeeland gekozen. Uit dit college nam hij Juli 1888 ontslag. De overige betrekkingen nam hij tot zijn overlijden waar.
Het kroondomein in het rentambt Hulst is zeer uitgestrekt, het is afkomstig van een gift aan Willem I na de Pacificatie van Gent door de vlaamsche Staten gedaan, het is voor zijn huis verloren gegaan in 1584, maar herwonnen door Frederik Hendrik in 1645. Door deze administratie had Collot d'Escury groote kennis van landbouw verkregen en hij werd langzamerhand de vraagbaak van den omtrek.
Hij huwde 31 Oct. 1856 Sara Hendrina Beeckman, geb. 27 Sept. 1834, overl. 24 Oct. 1905, bij wie hij 6 zonen, waarvan een jong stierf, en een dochter had.
Ramaer