Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8
(1930)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 296]
| |
waar hij 10 Maart 1692 ter reede van Batavia aankwam. Daar werd hem een dienstreis naar Sumatra's westkust opgedragen, die acht maanden duurde. Vervolgens voor Ambon bestemd, kwam hij daar 17 April 1693 aan, doch werd reeds in 1694 naar de christennegorij Haroekoe op het eiland Boma of Boang-Besi gezonden. Na gedaan verzoek mocht hij in Mei 1702 de Molukken verlaten om naar Batavia over te komen, waar hij 12 Juni aankwam. In hetzelfde jaar ondernam hij een dienstreis naar Bantam. Eerst in 1705 kreeg hij een vaste plaats in de hoofdstad, door zijn benoeming tot tweeden leeraar bij de maleische gemeente aldaar, ofschoon hij ook in de portugeesche en nederlandsche kerken preekte. Hij heeft ook behoord tot het zevental leden der commissie van revisie, aangewezen door den kerkeraad der herv. gemeente van Batavia, in zake der door Ds. Melchior Leydekker (dl. IV, kol. 910) aangevangen bijbelvertaling in het Maleisch. Blijkens een uitvoerig schrijven van Abraham Patras, den lateren G.-G., toen secretaris van Ambon, aan zijn vroegeren chef en beschermer, Nathanaël Gautier, koopman te Amsterdam, was hij gehuwd met Anthonia, dochter van Nicolaas Schaghen, gouverneur van Amboina. Patras noemde hem daarin een van zijn beste vrienden. Zie: De Navorscher 30 en 45; v. Troostenburg de Bruyn, Biogr. Woordenboek van O.I. predikanten; Valentijn, Jav. zaken van den godsd., 112. Bartelds |
|