rior, met succes aan en versloeg ze aan den Beneden-Rijn, waarop hij ze in Castra Vetera (bij Xanten) insloot, evenals in andere romeinsche vestingen aan den Rijn. Verbonden met de eveneens opgestane Galliërs, gelukte het hem de eene vesting na de andere te veroveren, ook Castra Vetera, waarna het romeinsche gezag aan den Rijn ophield tot bij Mogontiacum (Mainz) toe. Vespasianus, de list van Civilis en de zijnen doorziende, zond in het voorjaar van 70 een aanzienlijk leger onder Gallus Annius en Petilius Cerialis (z. ald.) naar den Rijn. De laatste slaagde er in den opstand te onderdrukken, drong Civilis weg uit Trier en naar het eiland der Bataven, dat Civilis zelf moest verlaten, waarna hij over den IJsel vluchtte en zich (eind Sept. 70) moest overgeven. Verder hooren wij niets meer van hem. Wij vernemen, dat hij slechts één oog had en grooten invloed ontleende aan zijn persoonlijkheid.
Zie: Tacitus, Historiae I, 59, IV, 13-79; V, 14-26.
Blok