[Cannart d'Hamale, Engelbertus Alexander Mathias Eelco de]
CANNART D'HAMALE (Engelbertus Alexander Mathias Eelco de), geb. te Sassenheim (Saszicht) bij Leiden, 2 Juli 1735, was de zoon van Mathias Victor en diens tweede echtgenoote Maria Clara Christina van der Laen, vrouwe van Liauckema in Friesland. Vandaar dat hij den naam ontving van den Z. Eelco van Liauckema. Zijn vader bewoonde meestal het buitengoed Saszicht bij Leiden, waar hij overleed. Hij was eerst gehuwd met Jul. Mar. Proost van Oudgastel. Hun oudste dochter was gehuwd met baron Jac. Al. van Wassenaar, heer van Warmond. De moeder van Engelbertus, overl. 24 Aug. 1787 te Warfhuyzen, trad als weduwe nog tweemaal in het huwelijk met een kapitein in dienst van het hollandsche leger.
Engelbertus werd priester en als zoodanig bewoonde hij met zijn moeder het kasteel van Liauckema te Sixbieren in Friesland. 6 Sept. 1769 verkreeg hij van den gouverneur-generaal, hertog Karel van Lotharingen, burgerrecht in Brabant. Daarop werd hij 20 Sept. 1769 geïnstalleerd als kanunnik van de St. Jacobskerk in Antwerpen, als familielid van Is. de la Faille, stichtster der 20e prebende. In 1776 nam hij ontslag en vertrok naar Friesland, waar hij als pastoor-missionaris de statie Warrega bestuurde tot zijn dood, 28 Juni 1791. Hij was de laatste de Cannart d'Hamale van den ouden tak der familie, die nog tot den aanzienlijken adel van België behoort.
Zie: Graf- en gedenkschr. v. Antw. III, blz. LX; Archief aartsb. Utr. XX, 239; de Herckenrode, Complément au nobitiaire des Pays- Bas et du comté de Bourgogne II, 125, 127; de Troostembergh, Recueil de tablaux de quartiers de noblesse des familles Belges (Brux. 1913), 115.
Fruytier