de grootste helft door Martinus van Schiedam (dl. V, kol. 691) is geschreven, doch die in 1421 door Sweder van B. is voltooid.
Zijn graf bevond zich in Nieuwlicht aan de westzijde van het groote claustrum bij den buitenwand.
Zie: L. van Hasselt, Het Necrologium van het Karthuizerklooster Nieuwlicht of Bloemendaal buiten Utrecht (Bijdr. en Med. Hist. Gen. Utr. (1886) IX, 256, 333, 354); Catalogus Codicum mss. Bibl. Un. Rheno-Tr. I (1887), nos. 95, 281, 345, 390, 391; K. Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, 154 vlg.; A.W. Byvanck en G.J. Hoogewerff, Noord- Nederl. Miniaturen in handschriften der 14e, 15e en 16e eeuw, tekst ('s Gravenhage 1925); A.W. Byvanck, De Verluchte Handschriften der Universiteitsbibliotheek te Utrecht (Oudheidk. Jaarb., 1e Jrg., afl. 4); A.W. Byvanck, Utrechtsche Miniaturen (Het Gildeboek, VIe Jrg.); Kronijk Hist. Gen. Utr., 13e Jrg. (1857), 3e serie, 3e deel, blz. 140.
Scholtens