BLITTERSWIJCK (Johan of Jan heer van), overl. in 1469, zoon van Arnt (1) en Elisabeth van der Donck, vermeld met zijn vader in 1447, werd in 1449 Zaterdag na St. Vitus (24 Juni) met Blitterswijck beleend, stichtte in 1461 in de kerk aldaar een altaar ter eere van de H. Catharina en begiftigde het met vele dotatiën. In 1468 Zondag na St. Martinus (26 Juni) verhief hij opnieuw de heerlijkheid. Hij was gehuwd met Walrava Pieck Gijsbertsdr. welke in 1452 als vruchtgebruikster de heerlijkheid verhief. Uit zijn huwelijk twee dochters: Catharina, kloosterzuster in de abdij Gravendal-Nieuwklooster, vermeld 1461,
[pagina 120]
[p. 120]
en Elisabeth, welke in 1468 van Floris, heer van Mierlaer een erftiende van 7 malder rogge kocht, liggende in een zekeren hof te Meerlo.