[Bake, Herman Adriaan van den Wall]
BAKE (Herman Adriaan van den Wall), ged. te Zutphen 3 October 1809, overl. te Utrecht 29 Juni 1874, zoon van Willem Archibald B. (dl. III, kol. 56) en van Maria Johanna van den Wall.
Hij volgde P.C.G. Poelman op als muntmeester te Utrecht. Deze was van 1838-1840 waarnemend en van 1840-1845 effectief muntmeester geweest; zijn muntmeestersteeken was een lelie. Toen nu v.d. W.B. in 1845 waarnemend muntmeester werd, merkte hij - o.a. den rijksdaalder van 1845 - met het meestersteeken van Poelman, doch met een parel op den band. In 1846 tot het muntmeesterschap benoemd, nam hij tot teeken aan het zwaard, waarmee hij van 1846-1874 149 diverse munten heeft geslagen. In laatstgenoemd jaar overleden, ging zijn functie over op T.H. Taddel, die in 1874 en 75 als waarnemend merkte met een zwaard in scheede met klaverbladvormig ondereinde en als effectief muntmeester 1875-1877 met de bijl, die weder bij H.A.L. v.d. Wall Bake als waarnemend muntmeester met een * er naast wordt aangetroffen.
Herman Adr. v.d. W.B. huwde te Leiden 28 Sept. 1833 met Peggy Bake, geb. te Leiden 25 Maart 1813, overl. te Amersfoort 4 Jan. 1892, dochter van Dr. Mr. Jan en van Elisabeth Nicoline Sara Hoogvliet. Uit dit huwelijk sproten zes zoons, waarvan Rud. Will. Jan Corn. en Hugo Laurens Adriaan volgen.
Zie: Ned. Patr. VIII, 27; mededeelingen van W.F.K. Zwierzina.
Regt