[Alvarez, jhr. Adolf]
ALVAREZ (jhr. Adolf) dict Hoedemaker, zoon van Guilliaem Alvarez Hoemakers (broer van Pieter (1), die volgt) en van Susanna Boers, ged. te IJzendijke 28 Dec. 1631, overl. te Axel na 1680. De traditie die dit geslacht wil doen afstammen van Alva of zijn zoon Don Frederik is stellig onjuist; hoogstwaarschijnlijk is de familie uit Gent naar Zeeland uitgeweken. Adolf diende sedert April 1655 als luitenant in de compagnie van zijn oom Bartholomeüs, werd 19 Maart 1671 benoemd tot luitenant bij de compagnie mariniers onder den admiraal Adr. Bankert. Den 29sten April 1672 volgde zijn aanstelling tot kapitein eener comp. voetknechten, waarna hij 11 Jan. 1676 door gecommitteerde raden van Zeeland benoemd werd tot ontvanger van de huisschatting over de steden en kwartieren van Axel en Neuzen. In de notulen dezer raden van 27 Aug. 1676 wordt van zijn zoon gezegd, dat deze voor den tijd van een jaar wordt ‘gecontinueert op de rolle van de oude en impotente soldaten met een soldate paye’.
Te Axel huwde hij 21 Oct. 1657 met Catharina Lammens (1638-85), dochter van Pieter L. en Elisabeth Smits. Hieruit sproten Susanna (1658), Elisabeth (1660), Pieter (1663), Guilliaem (1665), Ferdinandus (1667), Jan (1670) en Susanna Barbara (1673).
Zie voor hem en volgenden: van Eck, De nederl. fam. Alvarez.... enz. ('s Gravenh. 1921).
Bartelds