[Alma, Eilardus of Alardus ab]
ALMA (Eilardus of Alardus ab), priester, baccalaureus in de theologie, overleed 2 Januari 1664 als pastoor der St. Gommarisstatie te Enkhuizen. Omstreeks 1630 was hij als missionaris werkzaam te Worcum, Molkwerum en omstreken. In Descriptio status in quo erat religio catholica in Hollandia 1638, wordt hij vermeld als pas benoemd pastoor te Enkhuizen, waar zijn voorganger aan de pest was gestorven. In de Relatio van de la Torre 1656, wordt hij genoemd als ijverig werkzaam pastoor te Enkhuizen, niettegenstaande de hevige vervolging. Meermalen was hij zwaar beboet en in de gevangenis gezet. Bij een inval in zijn bedehuis had hij den arm gebroken, toen hij poogde te ontkomen aan zijn vervolgers. Als kapelaans werkten bij hem de bekeerlingen Aug. ab Oyzeel en diens neef Hermannus Joersma. 1642 en 1649 hadden de priestervervolgingen in Enkhuizen een scherp karakter. Dit belette niet, dat de kapelaan Aug. Oyzeel de nieuwe statie St. Pancratius oprichtte. De laatste pastoor van St. Pancratius was predikant geworden de eerste pastoor van het herstelde Sint Pancraas was een predikant, die priester werd.
6 April 1660 werd Al. ab Alma gekozen tot kanunnik van het zoogenaamd kapittel van Haarlem. 6 Juli 1660 werd hij geïnstalleerd, nadat hij beloofd had binnen het jaar den graad van licentiaat te verkrijgen. Hij komt niet voor in de opsomming der kanunniken 1663, in Bijdr. bisd. Haarlem XVII, 96, 98.
Zie: De Katholiek (1871), LX, 348; Bijdr. bisdom Haarl. VI, 295, XIV, 15, XV, 383 vv., XVIII, 58, XXXVI, 34-39, 42, 46, 49, 78, XXXVIII, 341; Archief aartsb. Utrecht XI, 151, XII, 421; Batavia Sacra II, 450.
Fruytier