[Adriaensz., Cornelis]
ADRIAENSZ. (Cornelis), geb. te Haarlem in 1548, waarsch. in October 1569 terechtgesteld.
Nadat hij eenigen tijd in Engeland had gevangen gezeten, kwam hij waarschijnlijk in zomer 1569 op de vloot der Watergeuzen, die onder admiraal Dolhain werd uitgerust. Hij nam dienst aan boord van het jacht van Meinert Fries en met de geuzenvloot zeilde hij naar de texelsche kust, waar men tusschen de Koog en Eierland voor anker ging liggen. Op 16 Sept. 1569, 's morgens om vier uur, verliet dit jacht de vloot en Cornelis Adriaensz. ging met zeven andere Watergeuzen voor eigen rekening op de kaapvaart; men zeilde naar de kust van Noorwegen. Begin October 1569 wilde men naar de Eems zeilen, om zich daar weer met de vloot te vereenigen. Sterke oostenwind verhinderde hun dit en het jacht werd door de Spanjaarden voor de Eems veroverd, waarbij hij zelf en twee makkers in gevangenschap raakten.
Zie: van Vloten, Nederl. Volksopstand (1858) I, 288-289.
Vogels