[Abarbanel, Jonas, Abravanel of Abrabanel]
ABARBANEL (Jona(s), Abravanel of Abrabanel), zoon van den medicus Joseph A., was gehuwd met Esther Abarbanel, gest. Amsterdam 11 Aug. 1667 en zwager van den opperrabbijn Menasséh ben Israël, behoorde tot den 17deeeuwschen portugeesch spaansch-joodschen dichterkring. Hij publiceerde in 1644 bij Nic. Ravesteyn Elegio em louvor da nova Yesiba, instituada por o senhor Yshac Pereira, de que he Ros Yesiba o senhor Haham Menasse ben Israel, een gedicht van 56 strophen op het stichten van de portugeesch-joodsche academie, door Isaac Pereyra gesticht en onder het rectoraat van Menasséh ben Israël geplaatst. Hij gaf ook treurdichten uit over de portugeesch-joodsche martelaren, Isaac de Castro Tartas (1647) en de Bernals (1655), op het Iberische schiereiland om hun joodsche geloof verbrand. Met Dr. Ephraim Bueno gaf hij Orden de los cinco Tahaniot over de joodsche vastendagen (Amsterdam 1630), Orden de oraciones de mes over de dagelijksche en de feestgebeden (ald. 1648 en 49) en Orden de Ros Asanah y kipur over de Hooge Feestdagen (ald. 1652) uit, terwijl in 1650 bij J. Frigg te Amsterdam zijn spaansche psalmenuitgave verscheen Psalterio de David, en hebrayco dicho Thehylim, translado con toda fidelidad.... per el Doctor Efraim Bueno y Jona Abravanel. Het echtpaar ligt onder een fraai bewerkte zerk te Ouderkerk aan den Amstel begraven.
Zwarts