[Wijckhuijs, Charles]
WIJCKHUIJS (Charles) werd in 1599 schrijfmeester aan de latijnsche school te Haarlem onder rector Schonaeus en nam die functie waar tot Nov. 1602, toen hij ondermeester werd aan de latijnsche school in den Briel. Evenals zijn collega Ruteau was W. remonstrantschgezind, doch antwoordde in 1605 op de beschuldigingen van Reinier Donteclock, ‘dat sijn vader om de ghereformeerde religie verlaten heeft zijne qualite, reputatie ende goederen’. In 1614 en 1615 komt hij in den Briel voor als fransche meester aan de latijnsche school en in 1619 als schrijfmeester, doch hij is in 1620 ontslagen. Hij bleef in den Briel wonen, waar hij nog meermalen wegens remonstrantsche gevoelens is vervolgd. In Jan. 1618 kreeg hij van den magistraat een vereering wegens opdracht zijner Maenttafel van den interest. Hij was gehuwd met Levyntje Jans of Levyna van Canege, waaruit een zoon Charles, gedoopt te Brielle 3 Jan. 1604, die ook aldaar schoolmeester is geweest en o.a. in 1631 wegens Remonstrantisme is geschorst, benevens een zoon Laurens.
Zie: Hoffmann, Bekn. gesch. van het gymnasium te Haarlem (ald. 1889), 59; Navorscher XLIII (1893), 266, 269-271, 456 en XLIV (1894), 129, 131, 314 en 668.
de Waard