gium Musicorum, eene particuliere muziekvereeniging van volwassen personen, die in de kunst werden onderwezen en voorts bijeenkwamen ter beoefening van instrumentaal of vocaal samenspel. In 1608 benoemde de Raad hem tot voorzanger in de Jacobijnerkerk en tot muziekleeraar aan de latijnsche school en verleende hem zelfs octrooi tot het geven van muzieklessen, met uitsluiting van alle andere muziekleeraren, een octrooi, dat echter twee jaar later werd opgeheven. Voor zijn leerlingen gaf Vredeman in 1618, bij Abraham van den Rade te Leeuwarden, uit zijn: Isagoge Musicae, eene grondighe instructie van de principale musycke, soo .... die in de vertreffelyke groote Schole der stadt Leeuwarden gheleert wert. In 1603 was bij Cornelis Claessen te Amsterdam reeds van hem verschenen: Musica miscella, sive mescolanza di madrigali canzoni et vilanelli, in lingua Frisica à quarto et cinque voci. Ook komen er vijf liederen van hem voor in het: Livre septième des chansons vulgaires de diverses autheurs (Amst. Corn. Claessen, 1608). Doch het meest bekend zijn de nieuwe liederen, welke hij voor Jan Starter's Friesche Lusthof componeerde. De eerste druk van dit werk verscheen in het jaar van Vredeman's dood: 1621. Zijn weduwe, Maycke Gerrits, werd in 1624 gedwongen hun huis op den Eewal, dat zij in 1592 voor 500 goudgld. hadden aangekocht, om schulden te verkoopen. Zij stierf in 1627 als keukenmoer in het St. Anthonij-Gasthuis te
Leeuwarden. Hun tweede zoon, Gerrit, gaat hiervoor.
Zie: Resolutie-, Certificaat-, Burger-, Inventarisatie- en Consentboeken uit het Gemeente-archief van Leeuwarden; de voorrede van de Isagoge Musicae en van Starter's Friesche Lusthof; G. van Doorslaer, De toonkunstenaars der familie Vredeman en R. Visscher, Iets over het muziekleven te Leeuwarden in het begin der 17de eeuw in Vrije Fries, XXVIII.
Visscher