[Vossius, Joannes]
VOSSIUS (Joannes), of Vosch, geb. te Utrecht, priester, kartuizer, behoorde tot de congregatie der priesters van het Oratorie. In verschillende plaatsen der hollandsche missie was hij werkzaam o.a. als kapelaan te Soeterwoude bij Leiden, te Oude Ade en te Amsterdam, 1668. Daarna werd hem als pastoor het volgend jaar de statie Soeterwoude aangewezen. Zijn verblijf was er van korten duur; 1670 aanvaardde hij het rectoraat van het nonnenklooster te Huissen. Hij voerde er een strengere onderhouding in van den regel en het slot, de insluiting der zusters. 17 Aug. 1676 verliet hij Huissen en na eenigen tijd te Utrecht verbleven te hebben, trok hij naar Italië. Te Genua gaf hij gevolg aan zijn liefde voor het kloosterleven door het kleed der kartuizerorde aan te nemen. Hij overleed aldaar in een onbekend jaar.
Van Heussen, Batavia Sacra II, 162 stelt verkeerd zijn verblijf nog te Huissen 1678 en 1679. Zelf teekende Vossius zijn naam ‘Vosch’.
Zie: Bijdragen Haarlem XIII, 199, XXVIII, 422-24; Archief Utrecht XXIX, 56.
Fruytier