[Voltelen, Ds. Arnoldus]
VOLTELEN (Ds. Arnoldus), geb. te Wanneperveen 28 Dec. 1630, overl. te Zwolle 26 Oct. 1688. Hij stamde uit een geslacht dat aan Nederland 15 predikanten heeft opgeleverd en was de oudste zoon van Ds. Salomon Voltelen (geb. te Ootmarsum 2 Febr. 1600, pred. te Wanneperveen 1625, te Vollenhove 1633, overl. ald. 21 Mei 1663, zoon van Henricus Voltelen, geb. omstr. 1549, schrijver van den landscommandeur van het Duitsche huis te Ootmarsum en Verwaltend Richter aldaar, overl. te Burg-Steinfurt 24 Oct. 1624) en Clasina Hendriksdr. Hij werd te Leiden als theol. stud. ingeschreven 26 Jan. 1650 (coll. alumnus) en verdedigde nog in hetzelfde jaar ten overstaan van den bekenden Jacobus Revius, den regent van het Collegium theologicum, de disputatie De Transsubstantiatione (I), in 1651 de disputatie De cultu imaginum (V). Na afloop zijner studie stond hij als predikant te Westzaandam (1653), te Gorinchem (1663) en te Zwolle (1669), in welke laatste stad hij emeritus werd in 1687. Hij testeerde er voor schepenen 12 Sept. 1687. Hij is de auteur geweest van: Overijssels zeegenwensch aan zijne Hoogheid en Afscheid predicatie van Zaandam. Zijn naam en die van zijn broeder Ds. Thomas Burchardus Voltelen (ged. Vollenhoven, 7 Maart 1640, stud. te Leiden 1662, pred. te Meeuwen 1667, te Zwolle 1670, overl. ald. 13 Juli 1678, wiens zoon Salomon, ged. Zwolle 24 Nov. 1672, stud. te Leiden 1692, later secretaris werd van St. Michielsgestel, overl. ald. 1748) komen voor onder een brief, dien van Hattum publiceert; zij verklaren daarin plechtig, dat Albert van Hemert, burgemeester van Zwolle, zich niet aan verraad heeft schuldig gemaakt (16-26 Juli 1672).
Arnoldus Voltelen huwde te Amsterdam 1654 Susanna Fockenberg, een dochter van den rijken amsterdamschen koopman Pieter Fockenberg Sr. en van Elizabeth Pietersdr., en hertrouwde te Mastenbroek 1674 Maria Curtois, weduwe van Jacob van Muyden, gerichtsschrijver van het Scholtambt van Zwolle. Vier van zijn zonen werden predikant: n.l. Salomon (geb. te Zaandam 15 Febr. 1659, stud. te Leiden 1676, pred. te Waspik en 's Grevelduin 1684, overl. ald. 20 Aug. 1697); Petrus (geb. te Zaandam 20 Oct. 1662, stud. te Deventer 1682, te Groningen 1682, pred. te Windesheim 1687, overl. ald. 3 Maart 1703); Arnoldus (geb. te Gorinchem 26 Juni 1666, stud. te Groningen 1684, beroepen als O.-I. pred., overl. op weg naar Batavia 25 Mei 1698); Cornelis (geb. te Gorinchem 23 Febr. 1668, stud. te Groningen 1688, beroepen als pred. in Suriname 1704, overl. te Paramaribo 26 Sept. 1706). Diens zoon Arnoldus, geb. te Zwolle 1693, gezworen klerk ter secretarie te Paramaribo, overl. ald. 1734, was de vader van Ds. Christiaan Benjamin Voltelen (zie onder diens zoon dl. V, kol. 1065).
Zie: Bijdr. Gesch. Overijssel I, 140 en 141 (waar hij onjuist Johannes V. wordt genoemd), VI, 357 en 366; Contentieuse en Voluntaire Zaken Ootmarsum dd. 13 Maart 1619 (Arch. Zwolle); Handschr. Borger in Univ. Biblioth. Amst.; Alb. Ac. Leiden etc.;